Position paper RED3 implementatie

De Nederlandse regering is voornemens per 1 januari 2026 de Renewable Energy Directive 3 (RED3) in Nederland te implementeren. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting binnenkort ingediend bij de Tweede Kamer, maar was al eerder ter consultatie gepubliceerd. In dit position paper vraagt de NVDB aandacht voor een aantal concrete verbeterpunten.

Duurzame biobrandstoffen zijn binnen de mobiliteitssector een betaalbare maatregel om de klimaatdoelstellingen binnen bereik te houden. Om de inzet van biobrandstoffen te stimuleren en verder op te schalen, streeft de NVDB naar een ambitieus overheidsbeleid dat op de lange termijn zekerheid geeft over het inzetten van duurzame biobrandstoffen. Daarom verwelkomt de NVDB de aparte sectordoelstellingen die de regering voorstelt voor de verlaging van de broeikasgasintensiteit van transportbrandstoffen in wegvervoer (land), binnenvaart, zeevaart en luchtvaart. Dit draagt immers bij aan investeringszekerheid die nodig is om de productie verder op te schalen. De NVDB formuleert de volgende aandachtspunten op basis van de voorstellen:

• Geen vrije ruimtes. Voor een aantal sectoren wordt een beperkte (binnenvaart en zeevaart) of volledige (luchtvaart) vrije ruimte voorgesteld die door leveringen uit andere sectoren kan worden ingevuld. Dit zorg voor onvoorspelbaarheid en moet worden voorkomen.
• Ambitie voor luchtvaart blijft achter. Specifiek voor luchtvaart doet de NVDB de oproep aan de regering om de sector mee te laten groeien met het tempo van verduurzaming van de andere sectoren op basis van de RED3. Nederland moet zich hiervoor inzetten in Europa.
• Limieten moeten ruimte bieden voor verbetering ketenprestaties. Omdat wordt gekozen voor sturing op basis van ketenemissies in plaats van de huidige sturing op energie-inhoud is het van belang dat de systematiek voldoende ruimte biedt voor maatregelen in de keten die leiden tot een lagere CO2-intensiteit van duurzame brandstoffen. Zo worden dergelijke ketenoptimalisaties daadwerkelijk gestimuleerd en wordt de waarde van ketenemissie-sturing daadwerkelijk benut.
• Bredere acceptatie duurzame gewassen. De NVDB is voor een bredere acceptatie van duurzaam geteelde gewassen met een laag ILUC-risico waarmee het potentieel en de betaalbaarheid van duurzame biobrandstoffen verder wordt vergroot. Vanwege de verwevenheid van de sectoren land en binnenvaart, pleiten wij - naast naar boven bijstelling van de limiet - er tenminste voor om conventionele biobrandstoffen toe te staan in de sector binnenvaart.
• Bredere acceptatie afvalvetten- en oliën als grondstof. De inzet van biobrandstoffen uit afvalvetten en -oliën wordt ten onrechte niet gestimuleerd in de sector zeevaart terwijl deze een belangrijke rol kunnen vervullen in het behalen van deze sectorverplichting. Naast de afbreuk die dit aan de betaalbaarheid doet, is het uitsluiten van deze grondstoffen niet in lijn met de FuelEU Zeevaart Verordening. Daarom vinden wij dat – naast naar boven bijstelling van de limiet – duurzame biobrandstoffen uit deze grondstoffen inzetbaar moeten zijn voor de sectorverplichting zeevaart.
• Voorkomen correctiefactoren. De NVDB is geen voorstander van het hanteren van correctiefactoren voor bepaalde categorieën brandstoffen met uitzondering van de voorgenomen pragmatische aanpak voor de raffinageroute. Correctiefactoren zorgen voor onvoorspelbaarheid in het systeem en vertekenen het beeld van de behaalde ketenreductie.